Terwijl je kleindochter achter de piano zit en wat liedjes probeert, zie ik je bedenkelijk kijken. Je schudt je hoofd en kijkt me aan met een blik van: ‘dat klinkt nergens naar.’
Ik zie dat je heel graag zelf achter de piano wil zitten om te laten zien hoe het moet. Maar je blijft zitten en laat haar spelen. Intussen schudt je nog een paar keer met je hoofd. Dan verplaats je naar het puntje van de bank, je vingers jeuken om de toetsen over te nemen. Maar beleefd zoals je bent, zeg je niets.
Als het te lang duurt sta je dan toch op en loop je langzaam richting piano. ‘Ik geloof dat opa ook even wil spelen’, zeg ik. Ze staat op en jij gaat zitten. En daar gaan je vingers weer over de toetsen en klinken de bekende klanken. Je linker hand werkt al een tijdje niet mee maar dat lijk je je niet te realiseren.
Even vergeet ik dat een groot deel van je hersenen niet meer werkt zoals het hoort, maar dit kleine deel van je hersenen werkt nog uitstekend. De kracht van muziek. Tot snel lieve pap.