(Geschreven op 2 juli 2022) Sinds je niet meer thuis woont maar in een verzorgtehuis, dacht ik vaak aan jouw afscheid. Soms vaker dan de andere keer maar het speelde altijd in mijn achterhoofd. Ik heb meerdere bewoners van jouw afdeling zien komen en vervolgens weer zien gaan. Ook mensen die na jouw binnen kwamen, waren er bij mijn volgende bezoek soms niet meer.
Vooral als het minder goed met je ging, soms was er zo’n periode, spookte de gedachte de hele dag door mijn hoofd. Hoe zou je eruit zien in je kist? Zou je een blouse dragen of toch een trui? Wie zouden er naar je afscheid komen? Wat zouden we op je kaart zetten en welke foto hoort daar dan bij? Welke muziek zouden we draaien? Wilde of zou ik iets kunnen zeggen? Op welk moment zou ik hèt belletje krijgen, waar zou ik dan zijn en wat zou ik doen?
Zomaar wat gedachten ‘s ochtends onder de douche. Nou ja, niet zomaar wat gedachten merkte ik aan mijn hoge ademhaling, zenuwen, brandende ogen en trillende handen.
Op een dag dat ik me goed voelde dacht ik dat ik het aankon om muziek uit te kiezen voor jouw afscheid. Ik zat in de auto en zette mijn Spotify lijst ‘Papa’ aan. Na nog geen tien seconden stroomde de tranen over mijn wangen. Snel zette ik de radio weer aan en droogde mijn tranen. Als het zover zou zijn, zou het heus wel goed komen.
Vaak schreef ik in gedachten mijn gevoelens op maar iets posten over jouw afscheid terwijl je er nog was, voelde oneerlijk en niet goed. Je was er immers nog, en misschien nog wel jaren!
Lieve pap, vergeef me dat ik met je dood bezig was voordat je ging. Ik mis je.