Niet alles hoeft opgelost te worden

Ineens zat ik ziek thuis. Voordat ik überhaubt besefte wat er nou eigenlijk aan de hand was, waarom ik niet meer functioneerde, moest ik me melden bij de bedrijfsarts.

Ja, er was veel gebeurd. Mijn zusje was overleden en nog geen half jaar later hebben we mijn vader moeten verhuizen naar een verzorgtehuis. De zorgen om mijn zusje gingen over in zorgen om mijn vader. Daarbij kwam een verhuizing van de stad naar een dorp, de coronacrisis en alle ellende die daarbij kwam kijken.

Al die tijd heb ik prima kunnen functioneren op mijn werk. Mijn gemoedstoestand had geen invloed op mijn werk, hoe verdrietig ik ook was. Het was juist wel fijn om aan het werk te zijn, de afleiding deed me goed. Ik heb geen dag niet met plezier gewerkt. En in al die jaren heb ik me misschien slechts één dag ziek moeten melden.

Maar op mijn werk werd het steeds drukker. Er gebeurden vervelende dingen in ons team, er vielen mensen uit en er was geen leiding en visie meer. Het was een onrustige en chaotische tijd, er wordt zelfs nu nog over gesproken.

Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel en aangezien ik iemand ben die graag wil helpen, nam ik veel taken op me. Teveel. En dat is de reden geweest waarom ik uitviel. Werkdruk.

Maar dan zit je ineens thuis en ga je op zoek naar antwoorden. Wat is er nou eigenlijk gebeurd? Waarom functioneer ik niet meer? Alles wordt onder de loep gelegd want waar ligt het toch aan?

Uiteraard kwam in mijn eerste gesprek met de bedrijfsarts het verlies van mijn zusje en de zorgen om mijn vader naar boven. Ik kon alleen maar huilen en dit was toch een duidelijke reden voor mijn tranen. Verdriet.

Ja ik had verdriet, dat zal nooit weggaan. Maar dat was niet de reden voor mijn uitvallen denk ik nu. Zoals ik al schreef, ik heb altijd kunnen functioneren op mijn werk. Pas toen het chaos werd op mijn veilige leuke werkplek ging het mis.

Maar de bedrijfsarts zal het wel weten. En dus ging ik op haar aanraden naar de psycholoog en langs de huisarts. Diep van binnen wist ik dat dat niet de oplossing zou zijn. Maar ik voelde me zo slecht. Als ik van haar elke ochtend in de sloot moest springen dan had ik dat nog gedaan. Want tja, je moet ook meewerken aan je herstel. Ik wilde álles doen om ‘beter’ te worden en weer aan het werk te kunnen. Blijkbaar was er vanalles mis met me en dat moest opgelost worden. En het liefst een beetje snel.

En dat alles willen fixen was juist niet goed voor mij. Als je in een open wond blijft porren, gaat deze nooit dicht. En als je pech hebt krijg je er nog een ontsteking bij. Als je naar oorzaken en problemen graaft, zul je altijd wat vinden. Naar de werkdruk werd eigenlijk niet gekeken, ook niet door mezelf. Ik zag het als ‘de druppel’. Want er waren immers genoeg andere oorzaken die mijn uitvallen zouden kunnen verklaren. Ik had nogal wat meegemaakt in korte tijd.

Ik ben er van overtuigd dat als ik een paar maanden met rust was gelaten, geen gesprekken hier en daar, geen controle en druk, had ik veel sneller weer aan het werk gekund. Gewoon een paar maanden rust. Helemaal niets. ‘We willen je niet horen, niet zien en we blokkeren je mailadres. Je gaat verplicht op vakantie. Veel plezier!’. Geen oorzaken zoeken, niet graven naar redenen.

Rust werd me geadviseerd en ‘leuke dingen doen’. Maar geloof me, het schuldgevoel overheerst als je ineens thuis komt te zitten. Er moest blijkbaar vanalles ‘gefixt’ worden voordat ik weer kon werken. Van rust kwam het pas na negen maanden thuis zitten.

Ik had moeten zien dat de situatie op mijn werk de boosdoener was. De bedrijfsarts had niet álles moeten willen aangrijpen om me te fixen. Een ander is misschien juist wel gebaat bij controle en gesprekken. Mij heeft het eerder kwaad dan goed gedaan denk ik nu. Je kunt niet alle mensen in hetzelfde protocol stoppen.

Ik denk echt dat we over de oorzaak heen gekeken hebben: de chaos en werkdruk in het team. Daarvoor kon ik altijd functioneren, wat er ook aan de hand was.

Gelukkig is de rust in het team wedergekeerd en ben ik met plezier weer aan het werk. Ik zal altijd mijn ‘makken’ houden, ik ben ook maar een mens. Bovendien een echte introvert. Maar invloed op mijn werk heeft het nooit gehad.

En dat had ik misschien duidelijker moeten laten weten. Al denk ik ook dat ik het nu pas zo kan zien. Puur en alleen omdat er zogenaamd vanalles mis met me was en dat opgelost moest worden. Ik zat in een ‘malle molen’ en oh wat ben ik blij dat ik daaruit ben weten te komen.

Toch kijk ik met een rotgevoel en verdrietig terug op deze periode. Buiten dat het een intens zware tijd was, is er verkeerd gehandeld. Het heeft me ook veel geld gekost. Maar bovenal voelde ik me niet gehoord en gezien. En ja, daar ben ik mede schuldig aan. Maar de kleinste dingen, zoals boodschappen doen, waren al teveel. Hoe kon ik dan helder nadenken? Ik had naar mezelf moeten luisteren, naar iets wat ik diep van binnen wel wist. Ik had rust nodig, niets meer en niets minder…

Het voelt alsof het nog niet af is. Ofzo.

“Broken crayons still color”

Lees ook: ik ben wie ik ben

Een duwtje in de rug

Toen ik net bevallen was en de kraamzorg nog langs kwam, deed ik eigenlijk teveel. Ik wilde helpen in het huishouden, met onze pasgeboren dochter en eigenlijk gewoon ‘de boel weer oppakken’. Maar de nachtelijke voedingen, de weinige uurtjes slaap en mijn lichamelijke conditie werkten niet mee. En toch voelde ik me enorm schuldig als ik niets deed.

Ik weet nog heel goed dat de kraamzorg, het type stevige strenge maar lieve grootmoeder, beval me naar bed te gaan en te gaan slapen. Overdag. ‘Jij gaat slapen, wij zorgen voor je dochter. Hup!’. Ze gaf me nog net geen duw in m’n rug. Als een kind dat straf kreeg ging ik maar ik bed liggen. Ik voelde me schuldig, verdrietig en een slechte moeder. Maar de kraamzorg was duidelijk, ik had geen keus. Met tranen in mijn ogen ben ik in slaap gevallen.

En oh wat was dat een héérlijk dutje. Ik voelde me herboren nadat ik gedesoriënteerd uit een diepe slaap wakker werd. De kraamzorg had gelijk, dit had ik nodig om verder te kunnen zorgen en herstellen.

Vandaag voelde ik me weer een kind dat straf kreeg. Na een jaar ziek thuis te zijn geweest ben ik weer aan het werk. Dat voelt goed en is fijn. Het is geen moeten meer maar willen. De knop is om. En ik ging bijna full speed weer aan de slag. Gewoon ‘de boel weer oppakken’. Wel met de grote verandering dat ik me er nu bewust van ben als ik me minder goed voel en daarop kan inspelen.

Maar ik werd teruggefloten door de arbeidsdeskundige en mijn leidinggevende. Ik moet mijn uren opbouwen in een rustig tempo. Ergens wil ik dat helemaal niet maar diep van binnen weet ik nu ook dat dat beter is. En dus is er een duidelijk schema gemaakt waar ik me aan moet, ga, houden. Dat dat betekent dat ik halverwege de dag naar huis ga terwijl de rest doorwerkt, dat is dan maar zo. Het schuldgevoel moet ik aan de kant zetten.

Uiteindelijk ben ik de kraamzorg zó dankbaar dat ze me tot slapen dwong, het hemelse gevoel van dat middagslaapje kan ik me nog tot op de dag van vandaag herinneren. Uiteindelijk zal ik de arbeidsdeskundige vast ook dankbaar zijn dat ik na een jaar weer rustig kan wennen aan het ‘normale’ leven. Soms is een duwtje in je rug zo gek nog niet.

Lees ook: Jij was de eerste