Jouw medische kennis

Toen ik tijdens het sporten in mijn tienerjaren last had van mijn knie, wist jij me te vertellen dat dat Osgood-Schlatter was. Jaren daarvoor had de huisarts een knobbeltje uit mijn hand gesneden en jij haalde later de hechtingen eruit, thuis op de bank. Bij het aanzien van de zwelling op mijn hand na een val op het ijs wist jij meteen, hiermee moeten we naar het ziekenhuis.

En zo kan ik nog tig voorbeelden bedenken van de keren dat ik jouw medische kennis vroeg of goed kon gebruiken. Als ik vroeger ergens last van had, wist jij me gerust te stellen. Naar de huisarts gingen we zelden.

Nog steeds wil ik jou bellen als ik iets wil weten op medisch gebied. In een split second denk ik dan; even pap vragen! Maar dat kan niet meer. Wonderbaarlijk genoeg gebruik je nog best veel medische termen. Niet in de juiste context maar ergens in je hoofd zijn ze er nog en op compleet random momenten gebruik je ze.

De vroegere hoofdverpleegkundige, waar je veel me hebt samengewerkt, kwam een paar maanden geleden bij je op de afdeling. Er was geen blik van enige herkenning. Ook zij had dementie. Inmiddels is ze overleden. Wie had vroeger ooit kunnen bedenken dat jullie elkaar in deze situatie weer zouden tegenkomen. En dat notabene naast de plek waar jullie jarenlang vele mensen hebben geholpen als arts.

De laatste dagen ben je wat onrustig en wil je weg. Waarheen weet niemand. Je liep op de andere kant van de afdeling en zocht de weg naar naar beneden. Later wilde je naar boven om zeker te weten dat ik sliep en weer een andere keer moest je naar de auto. Gelukkig weten ze je altijd liefdevol af te leiden en zit je vervolgens weer tevreden op je bank. Tot snel lieve pap.

Lees ook: jouw mening over het virus

Boos op de situatie

Soms heb ik helemaal geen zin om naar je toe te gaan. Wel om je te zien, maar niet om naar je toe te gaan. 148 kilometer heen om diezelfde kilometers niet veel later weer terug te rijden. Je zit niet op me te wachten, je hebt geen idee wie ik ben en een gesprek met je voeren is niet te doen. Soms vind ik dat gewoon heel stom en ben ik zelfs een beetje boos op de situatie.

Vandaag was zo’n dag. Ik had geen zin om te gaan. Ik wilde thuis blijven bij m’n gezin. Even een dag niets. Maar omdat ik door de afstand niet zomaar even bij je langs kan gaan, moet ik het plannen. En omdat ik de komende twee weekenden niet kan, zou ik vandaag gaan.

Een bezoekje aan jou vind ik emotioneel beladen. Ik vind het nog altijd moeilijk om te zien hoe jij in je eigen wereld zit en van mijn bestaan niets meer weet. Maar ik ging toch, met lichte tegenzin. Het leek alsof ik een blok beton achter de auto meesleepte.

Maar als je dan zegt dat je het gezellig vind dat ik er ben, je gezellig kletst met je twee vrienden en geniet van een stukje frikadel en een glas ‘heerlijk zoet goedje’ dan ben ik alles weer vergeten. En als je met twee armen naar me staat te zwaaien van achter het raam als ik weer ga, dan weet ik weer waar ik het voor doe en is het blok beton spontaan kwijt. Ik mis je pap, tot snel.

Lees ook: platte groene bergen

Vinkjes

Ik ben ‘blij’ dat je de waanzin die momenteel speelt in het land niet meekrijgt. Mensen lijken het volkomen normaal te vinden dat andere mensen niet welkom zijn in een restaurant, bioscoop, sportclub of het theater. Alleen omdat ze geen groen vinkje willen of kunnen tonen in een app.

Beloond worden met een geldige code om deel te nemen aan iets wat altijd normaal was. We doen alles om zo’n vinkje te bemachtigen. Niet voor onze gezondheid maar zodat we op vakantie mogen, elk restaurant binnenkomen en naar het theater kunnen. Dit heeft niets meer te maken met onze gezondheid. Dit gaat over gedragsbeinvloeding en we lijken er massaal in te trappen.

Het gemak waarmee een groep mensen nu omgaat met het buitensluiten van een andere groep mensen, vind ik schokkerend. Het raakt me enorm en maakt me verdrietig. Ik hoop van harte dat íedereen snel weer welkom is, óveral.

En om af te sluiten met iets positiefs en iets waar je wel om zou kunnen lachen: vandaag vindt het NK Tegenwindfietsen plaats. En met windsnelheden van maar liefst 80 kilometer per uur, zijn de omstandigheden perfect. Slaap lekker lief zusje.

Ps. Heb je de fotopagina al ontdekt?

Lees ook: Gewoon even mee wapperen

35+4

Tijdens een van mijn wandelingen luisterde ik een podcast over rouw en van jezelf houden. Alles wat ik hoorde was zo herkenbaar dat ik de tranen moeilijk kon inhouden.

Ik dacht dat je na 3 jaar toch wel genoeg verdriet zou moeten hebben gehad. Dat je ‘gewoon’ weer door kon met je leven. Maar het voelt helemaal niet zo. Soms flitst er ineens een gedachte voorbij of hoor ik een nummer waardoor het verdriet ineens weer bovenkomt. En soms komt het uit het niets.

‘Maar je wil mensen ook niet meer tot last zijn met je verdriet’. Ik wil niet wéér zeggen dat ik je mis, weer m’n tranen laten zien. De verteller zei dat dat allemaal heel begrijpelijk is en juist niet raar. Je verdriet mag er zijn, ook na zoveel jaar. Laat het er zijn, geef er aan over.

Want ‘rouw is liefde die zijn oorspronkelijke adres is kwijtgeraakt’. En op deze dag, de dag dat je 39 zou zijn geworden, voel je zoiets sterker. Je kan je liefde niet meer kwijt in een knuffel, een kaartje of op welke andere manier dan ook. Precies dat voel ik, ik zou je zó graag willen zien. Met je willen praten en lachen. Ik wil je vertellen hoeveel je voor me betekent en hoe blij ik ben dat jij m’n zusje bent. Ik wil je warmte weer even voelen, je lach horen en selfies met je maken.

Maar dat gaat niet meer en zal nooit meer kunnen. Vandaag vier ik jouw leven omdat je het zelf niet meer kan. Gefeliciteerd lief zusje, 39!

Lees ook: 35+3