Geen categorie

Tortelduifjes

Jij had altijd vogeltjes. Kleine gele vogeltjes. De laatste die ik me kan herinneren heetten Nino en Pip. Soms kreeg ik een filmpje van zo’n beestje op je schouder. Vogeltjes, wat moest je daar nou mee? Je kon ze niet knuffelen en waren door hun gefladder nogal onvoorspelbaar. Ik snapte het niet zo goed, een vogel in een kooitje. Maar jij was dol op ze.

Zo’n 3 jaar geleden waren daar ineens twee kleine witte tortelduifjes. Nou, niet helemaal ineens. Het was een wens van N en we gingen op onderzoek en vonden twee vogeltjes. Het werden onze huisdieren. En ineens snapte ik het. Het gefladder en gescharrel in de kooi was gezellig. De twee duifjes zijn lachduiven en hun geluid en geroekoe klinkt altijd gezellig. Knuffelen kun je er niet mee en eigenlijk gaat het tegen m’n principe, vogels in een kooitje. Maar tja, het is wel echt gezellig.

De twee zijn altijd samen. Samen op een stokje, samen op de eitjes die ze leggen, samen wandelend door de woonkamer en soms zelfs samen in een bad. (lees: een ovenschaal met water) Ze doen hun naam eer aan, het zijn echte tortelduifjes.

De ene is altijd de zwakkere geweest. Hij is kleiner dan de andere, minder ‘mooi’ en niet zo snugger. Een paar maanden geleden werd hij ziek. Hij strompelde wat en zat er maar stilletjes bij. De dierenarts deed een aantal onderzoeken en maakte zelfs een röntgenfoto van het diertje. Het werd niet duidelijk wat hij mankeerde maar het zag er niet hoopvol uit. Thuis gaven we hem kaas (?) en hij leek op te knappen. Helemaal de oude werd hij niet maar het ging stukken beter.

Tot een paar weken geleden. Ik schrok me rot toen ik ‘s ochtends in de kooi keek, hij lag op z’n rug! Snel draaide ik hem terug en nog wat beduusd scharrelde hij naar een hoekje van de kooi. Dit gebeurde nog een aantal keer die dag, zó zielig. Een vogeltje hulpeloos op z’n rug, dat is niet goed. De andere snapte er ook niets van en liep wat om ‘m heen.

De volgende avond kwam er bloed uit z’n snaveltje. Druppels bloed werd me verteld. Ik durfde niet te kijken. Het bleef een tijdje bloeden. We dachten dat hij de ochtend niet zou halen maar toen ik zondagochtend voorzichtig in de kooi keek, zat hij stilletjes in een hoekje. Ik moest goed kijken maar zag hem ademhalen.

Hij kwam z’n stokje niet meer op en we hebben de twee duifjes uit elkaar gehaald. Ze konden elkaar nog wel zien. De andere was zichtbaar in de war maar de zieke had echt even rust nodig. Hij heeft nog wat rond gestrompeld maar kon amper op z’n pootjes staan en zat de meeste tijd stilletjes in een hoekje.

Toen het na twee dagen niet echt beter ging, besloten we dat het beter was om het duifje in te laten slapen. De afspraak bij de dierenarts was gemaakt en we hadden al bedacht wat we met het dode duifje zouden doen. Toch wat aangeslagen zei ik het duifje stilletjes gedag toen D en N ermee naar de dierenarts gingen.

Maar de dierenarts had nog hoop. Het duifje had weer een beetje leven in zich en we kregen antibiotica mee. Een soort laatste redmiddel. Elke dag gaven we hem met een klein spuitje medicijnen in z’n snaveltje. En na een paar dagen knapte hij zichtbaar op. Wat was ik opgelucht en blij! Het deed me meer dan ik had gedacht.

Elke dag werk ik met het geluid van de twee duifjes om me heen. Ze zijn zo lief samen. Het zijn maar vogeltjes, maar wel ónze vogeltjes. Jij zou me begrijpen. Slaap lekker lief zusje.

Lees ook: een bijzonder steentje

Geef een reactie