Ik slaap met een knuffelbeer. Soms houd ik ‘m stevig vast en soms ligt hij ergens verdwaald onder de dekens.
De beer, jij en ik hebben veel meegemaakt. Elke zaterdagochtend op de bank in pyjama tv kijken, de ochtenden wanneer jij stiekem naar mijn kamer sloop en bij me in bed kwam liggen, de vele zonnige strandvakanties, zandkasteeltjes bouwen in de zandbak in de tuin… Altijd was de beer erbij. We zijn zelfs een keer na een vakantie rechtsomkeert gereden naar Schiphol omdat ik de beer in het vliegtuig had laten liggen.
De beer was m’n vriendje, m’n troost en toeverlaat. Later was het ‘gewoon’ een beer. De beer en ik zijn ook tijden gescheiden geweest. Zo stond hij nog ergens bij pap en mam thuis toen ik uit huis was. Later zat hij ergens in een verhuisdoos. Zo gaat dat soms met knuffelberen, op een gegeven moment raken ze in de vergetelheid.
Misschien is het raar maar sinds jouw overlijden betekend de beer weer iets voor me. Het is niet meer ‘gewoon’ een beer maar eentje met herinneringen aan jou. Er zijn talloze foto’s van jou, de beer en mij. De beer en jij zijn nu onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar knuffelberen raak je kwijt, zusjes niet. Zo hoort het te gaan. Zo ging het niet. Slaap lekker lief zusje.
Lees ook: kunnen we de tijd even terug draaien?