Vorige week heb ik een beetje as van je opgehaald bij mam. Al een tijd had ik een keitje in huis, speciaal voor as van een overledene. Maar echt haast om deze te vullen had ik niet. Misschien ook omdat ik het raar vond je ‘uit elkaar’ te halen. Jouw as zit nog altijd in een ‘doos’ en staat weer in ons ouderlijk huis. We zijn nog op zoek naar een gedenkplekje.Maar de zegel van de ‘doos’ is nu verbroken en een deel van jou zit in mijn keitje. Voor anderen is het misschien maar as en een steentje maar voor mij is het dierbaar. Het is een tastbaar stukje van jou. Buiten herinneringen, het enige wat er nog van je over is. En ik vind het fijn je nu hier te hebben, ook al zit je in een steentje. Slaap lekker lief zusje.
Maand: mei 2020
Hoe dan ook
Ziekte, de dood, de intensive care en de woorden ‘het komt goed’. Allemaal woorden die we in deze coronatijd veel horen. Ook allemaal woorden die voor mij, voor jouw overlijden, maar abstract klonken. Ver van mijn bed. Echte ziekte had ik niet meegemaakt, de dood kende ik niet écht en met een intensive care was ik gelukkig nog nooit in aanraking geweest.
De woorden ‘het komt goed’ schreef ik in mijn laatste mail naar jou. Maar het kwam niet goed en daarom klinken deze woorden me nu anders in de oren. Het komt goed, dat geloof ik nog wel. Hoe dan ook, het komt altijd goed. Voor jou kwam het niet goed. Of juist wel? Heb je nu de rust die je altijd zocht? Ik hou me er maar aan vast. Het komt goed, hoe dan ook. Ook al voelt dat soms niet zo. Slaap lekker lief zusje.
Voordat de wereld ontwaakt
Sinds een paar weken wandel ik elke ochtend. Om 7uur of iets later als ik m’n bed moeilijk uit kan komen. Met m’n slaaphoofd, zonder make-up. Douchen doe ik daarna.
Nu ik thuiswerk heb ik er de tijd voor. Ik weet dat je voor zoiets tijd moet maken, maar in de praktijk werkt dat vaak niet omdat ik word opgeslokt door de waan van de dag. Te snel in de ratrace zit en mezelf erin verlies.
Ik heb een hekel aan opstaan maar zo’n wandeling is zó fijn. Dat is het het waard. Voordat iedereen wakker wordt, de wereld zien ontwaken. Ik luister een podcast of laat m’n gedachten gaan. Het is dan even alsof ik alleen op de wereld ben. Ik ben nu al aan het bedenken hoe ik dit kan volhouden als alles weer zo goed als ‘normaal’ is. En dan weet ik meteen niet hoe ik dat moet doen. Maar tot het zover is, geniet ik van de ochtenden. Ik zet er op een vrije dag zelfs m’n wekker voor. Het zijn momenten helemaal van mezelf. Een een beetje met jou en pap. Slaap lekker lief zusje.
‘Het is goed’
Elke dag zeg ik tegen mezelf dat het goed is. Het is goed dat je niets doorhebt van alles wat er gaande is, het is goed dat je tevreden bent, het is goed dat je niet wacht tot het bezoek weer komt. Het is goed dat je veilig bent, het is goed dat er op je gelet wordt. Het is goed dat er niemand op bezoek mag komen zolang het virus er is. Het is goed dat het risico op verspreiding bij jou, je medebewoners en verzorgers zo klein mogelijk gehouden wordt.
Maar zodra ik wat langer aan je denk, komen de tranen. Er is natuurlijk niets goed. Ik kan je bellen en zien via het schermpje. Maar ik vind dat moeilijk. Ik word er te verdrietig van. Je bent dan even dichtbij maar zó ver weg. Ik wil je zien in het echt, je energie voelen, je kunnen aanraken. Ik wil langs kunnen komen wanneer ik wil. Ik wil je een banaan zien eten, chocola zien snoepen en piano horen spelen. Liever bel ik zonder beeld. Tegelijkertijd ben ik zó benieuwd wat jij met je medische kennis vindt van het coronavirus. Maar ik weet dat ik daar nooit een antwoord op zal krijgen.
Vandaag kreeg ik een filmpje doorgestuurd van het programma Danny op Straat. Het ging over hoe de situatie in de verpleeghuizen is voor mantelzorgers van demente mensen. Je ziet een man die zijn vader bezoekt. Ze mogen elkaar zien maar gescheiden door een hek. Een andere man mocht vanaf de straat zijn vrouw op het balkon zien. Hij wilde haar zó graag knuffelen. Ik hield het niet droog. Hopelijk tot snel lieve pap.