Mijn plekje

Zo’n anderhalf jaar geleden vroeg een collega aan me of het wel goed met me ging. Ik word vaker ‘de stille kracht’ genoemd maar nu voelde ze dat er iets was. Dat klopte. Ik zat in een put en had geen idee hoe ik daar uit kon komen.

Ik wist me geen raad met mijn zorgen, angsten en tegelijkertijd liefde voor jou. Ik wilde je vasthouden en tegelijkertijd slaan. We hadden al een tijdje geen contact maar ik had de deur weer open gezet gezien de omstandigheden. Papa wist voor het eerst niet meer wie ik was. Hij woonde inmiddels alleen en ik checkte elke dag klokslag 12uur het verslag van de thuiszorg. Elke ochtend zat ik in spanning of hij er nog zou zijn en niet onderaan de trap gevonden zou worden. Mama had alweer een nieuwe vriend. Het plaatje van een gelukkig gezin, wat ik altijd voor me had, was nu compleet verscheurd.

Inmiddels heeft iedereen z’n plekje gevonden. Jij bent dood en pap zit in een huis met andere dementerenden. Niet de plekken die ik voor ogen had voor jullie. Mam heeft een fijne man aan haar zijde waar ze hopelijk nog een lange liefdevolle en gezonde tijd mee mag doorbrengen. Precies het plekje wat ik haar zo gun.

En ik? Ik moet mijn plekje nog vinden. Slaap lekker lief zusje.

Lees ook: Bang