De grote gele vuilniszak

Pap heeft op z’n kastje een gele vuilniszak liggen. Het is de tas met spullen voor als hij ‘een dezer dagen naar huis gaat’.

Hij liet het me enthousiast zien. We moesten lachen om wat hij er allemaal uit haalde. Drie appeltjes, een peer, een banaan verstopt tussen z’n pyjama, twee aardappelschilmesjes, een vergrootglas, een potje zout, schoenen, sokken, een zakje rottende stinkende druiven (die ik na veel aandringen toch mocht weggooien), een shirt en broek.

Dat had hij allemaal nodig als hij weg zou gaan. Een beetje bezorgd was hij wel want hij wist niet wanneer hij opgehaald zou worden en of de tas dan niet vergeten werd.

Hoewel het ergens erg grappig is, papa aan de haal met een grote gele vuilniszak, vind ik het ook een verdrietig aanzicht. Zo’n tas met bij elkaar geraapte spulletjes. Ik moest beloven hem en de tas volgende keer mee te nemen. Wandelen wilde hij niet, hij had last van z’n benen. Slaap lekker lief zusje.

Lees ook: Hij wist het nog

Een blije foto

Van een vriend van papa kreeg ik een foto doorgestuurd. Een foto van pap in een weiland. Niets meer en niets minder. Ik werd er meteen blij van. Pap, buiten in de natuur. Hij had geen jas aan, dat vond hij niet nodig. Gelukkig was het buiten niet erg koud.

Ik wilde de foto gelijk met iemand delen, en wie zou me beter begrijpen wat dit plaatje met me deed dan jij? In een split second wilde ik je het berichtje doorsturen. Maar toen besefte ik dat dat helemaal niet kan.

Als ik er ben zit pap meestal op de bank in zijn kamer. Ik durf niet zo goed met hem naar buiten. Ik ken de weg niet en straks gebeurt er onderweg iets. Ik zou het toch eens moeten doen want pap hoort buiten, in de natuur. Slaap lekker lief zusje.

→ Lees ook: Pap in pyjama

Hij wist het nog

Deze week kan ik helaas niet naar pap. Vorig weekend zat hij tv te kijken toen ik kwam. Een eindeloos filmpje van apen, vogels en andere dieren in een dierentuin. Hij was rustig en we hebben gezellig gekletst, voor zover dat nog kan.

Hij vraagt hoe ik eigenlijk heet en wie ik ben. Een half uur later weet hij m’n naam nog, maar de connectie is hij alweer kwijt.

Ik had een klein vaasje met twee bloempjes meegenomen en vroeg of hij vaker bloemen kreeg. Ik was benieuwd of hij de bloemen die ik elke week meeneem zou herinneren.

Oh ja hoor, ik krijg vaak bloemen. Daar kijk ik regelmatig naar. Vorige keer stonden hier rood met witte en een andere keer iets met geel. Vind ik heel gezellig‘, zei hij. Dit antwoord maakte me blij. Volgende keer neem ik weer een bos mee, want die miste hij nu wel. Slaap lekker lief zusje.

→ Lees ook: Bloemen voor papa

Mijn laatste woorden

Email, 14 oktober 2018

Lief zusje,

Ik vind het vervelend dat ik het idee heb wéér te moeten uitleggen waarom ik op dit moment geen contact met je kan hebben. Ik heb dit meerdere keren aangegeven, maar blijkbaar moet je het nog een keer horen.

Tot voor kort wilde ik niets over je weten, ook niet via mam of onze broer. Niet uit desinteresse maar uit zelfbescherming. Ik kan niet meer omgaan met de manier waarop jij je leven leidt. Het bezorgt me teveel zorgen, brengt me uit balans en maakt me intens verdrietig. Ik maak me mijn hele leven al zorgen om jou. Mijn emoties vliegen alle kanten op waardoor ik vaak letterlijk sta te shaken op mijn benen als ik weer iets over jou hoor. Dit alles heeft zo’n grote impact op mijn leven dat ik totaal in de war raak. Ik kon niet anders dan mijn handen van je af trekken. Ik ben niet verantwoordelijk voor jouw keuzes en kan jouw problemen niet oplossen. Dat moet je zelf doen. Ik weet dat je hard je best doet en daar ben ik blij om. Tegelijkertijd hoor ik dat je nog altijd niet helemaal eerlijk bent. En dat maakt me van streek en houdt mijn deur voor jou dicht.

Toen ik hoorde dat je weer in het ziekenhuis lag en het ernstig was, stond ik in tweestrijd. Ik voelde het in mijn hele lijf, voelde weerstand, verdriet, boosheid, angst, zorgen. Ik besloot mezelf, wederom, aan de kant te zetten en jou mijn medeleven te tonen. Daarom stuurde ik je bloemen met een kaartje. Ik zocht op Marktplaats naar kasten omdat mam aangaf dat je meer kastruimte nodig had. Je zat weer 24/7 in mijn gedachten. Vervolgens hoor ik dat je mam niet met de arts laat praten en doet alsof het allemaal meevalt. Ik voel me dan, wederom, voor de gek gehouden.

Via mam en onze broer vroeg ik informatie. De reden waarom ik dit niet direct aan jou vraag is omdat je een vertekend beeld geeft. Je hebt mij nooit verteld welke diagnose je had, aangeboden hulp greep je niet aan en over je ziekte nu zwijg je ook.

Maar wat moet je als je zusje ernstig ziek is? En daarom stond de deur weer op een kier en gaf ik antwoord op je berichtjes. Als ik je vraag hoe het gaat, zeg je dat je ‘ontsnapt bent uit het ziekenhuis’ omdat je het daar een ‘raar gedoe’ vindt. Dat je niet kon slapen en thuis lekker gaat bijslapen, ‘verder gaat alles goed’. Over wat er echt aan de hand is, zeg je niets. Ze maken je niet voor niets wakker om te checken hoe het met je is. Ik vind het jammer en zorgelijk dat je dit blijkbaar niet inziet. Je bent ziek, geef je daaraan over. Hoe moeilijk en verdrietig dat ook is.

Ik weet ook niet of ik het allemaal goed doe maar ik weet wel dat contact met jou me overstuur maakt en totaal uit balans brengt. Dit heeft invloed op mijn werk, op mijn relatie en de kijk op mezelf. Helaas gaat dit niet zomaar over, dit is er in de loop der jaren ingesleten. Als er een knop bestond had ik die allang ingedrukt.

Fijn om te horen dat je je best doet, ik hoop oprecht dat het snel beter met je gaat. Ik vind het intens verdrietig wat er met je aan de hand is en het breekt mijn hart. Ik wou dat ik je kon helpen maar helaas ben ik daar nu niet toe in staat. Ik moet mezelf beschermen en daar laat ik het voor nu bij. Ik wens je alle sterkte van de wereld en ooit komt het allemaal goed.

Liefs

Het kwam nooit meer goed. Als ik dat had geweten was is meteen naar je toe gekomen om je niet meer los te laten. Het spijt me zo. Slaap lekker lief zusje.

Offline

13 oktober 2018. Je zocht contact via Whatsapp. Ik antwoordde en vroeg hoe het met je ging. Je zei dat je even opgenomen was maar dat nu alles weer goed ging. Ik wenste je sterkte en zei dat ik het er voor nu even bij liet. Je werd boos. Je appte dat je me miste, geen hoogte van me kreeg. “Wat doe ik verkeerd? Wat kan ik doen om weer dichter bij elkaar te komen? Of wil jij dat niet? Ik wil alles doen om weer fijn zusjes te zijn… X”, appte je. Natuurlijk wilde ik dat ook, maar ik kon het niet. Toen ik niet snel genoeg antwoord gaf, praatte je me een schuldgevoel aan.

Ik kookte van binnen. Niet van woede, maar uit onmacht, verdriet en frustratie. Ik wilde schreeuwen, hard wegrennen, schoppen, weg van hier. Je vasthouden. Ik had je meerdere keren uitgelegd waarom ik afstand had genomen. Ik wilde het ook zo graag allemaal anders.

Ik besloot om je, nogmaals, een mail te sturen en het uit te leggen. Ik heb de mail vaak teruggelezen. Gelukkig was het geen boze mail, het waren mijn laatste woorden aan jou bleek later. Ik staar naar onze laatste appjes en hoop dat je online komt, tegen beter weten in. Je bent voor altijd offline. Slaap lekker lief zusje.

→ Lees ook: Mijn laatste woorden

Koud

Ik verlang naar een warme aanraking van je. De laatste keer dat ik je aanraakte was je koud, je kwam net uit een koelcel. Ik kan het nog steeds voelen, daarvoor hoef ik mijn ogen niet eens te sluiten.

Had ik toch niet even naar je toe gemoeten toen ik twee deuren verderop zat te huilen in het ziekenhuis terwijl er werd gevochten je in leven te houden? Ik weet dat ik op dat moment niet anders kon. Maar nu kan ik je nooit meer aanraken en blijft jouw koude lichaam mijn laatste herinnering aan jou. Slaap lekker lief zusje.

→ Lees ook: Dit hoort niet

Eindeloos gesprek

Hij zit rustig op de bank als ik binnenkom. Op de grote tv is André Rieu met zijn orkest te zien. Hij vraagt niet wie ik ben als ik hem begroet. “Wat kom je eigenlijk doen?”, vraagt hij. Ik zeg dat ik even op bezoek kom en nieuwe bloemen kom brengen. Hij vindt ze mooi en helpt me zoeken naar een vaas. We gaan weer zitten en kijken naar de enthousiaste Rieu op televisie. Het is een tijdje stil.
“Op welke kamer zit jij eigenlijk?”
Ik zit niet hier, ik woon in Amsterdam.
“Oh woon je daar? Maar wie ben je dan?”
Ik ben je dochter.
“Oh. Ben jij mijn dochter? Dus je bent niet mijn vrouw?”
Nee, ik ben je dochter en jij bent mijn vader.
“Heb ik dan met jouw moeder geslapen en jou gemaakt? Daar kan ik me helemaal niets van herinneren hoor.”
Ja, en je hebt nog een dochter maar zij is overleden.
“Oh. En hoe heet jij dan?”
Ik ben… En mijn zus heet… Maar zij is overleden.
“… Oh. … Nooit van gehoord, ik weet niet wie dat is. Dus je bent niet mijn vrouw?”
Nee, ik ben je dochter. Je hebt twee dochters. Jij bent mijn vader.
“Nou ik weet niet wat ik daarvan vind hoor. Dat heb ik nooit geweten. Daar moet ik even over nadenken.”
….
“Maar wie zijn dan jouw vader en moeder? Hoe heet jij eigenlijk?”
Het lijkt een eindeloos gesprek en tegelijk zo eindig. Ik weet dat het niet tot hem doordringt, ik weet dat het niet veranderen zal. Wie weet herkent hij me over een tijdje als ‘de vrouw met de bloemen’. Slaap lekker lief zusje.

→ Lees ook: Bloemen voor papa

Boze brief

Zo’n drie jaar geleden liep ik bij een psycholoog omdat het even teveel werd. Ze vroeg me een boze brief aan je te schrijven. Eentje waarin ik schreef hoe jij mijn leven beïnvloedde en wat voor effect dat op mij had. Ik moest schrijven zonder na te denken wat jij daarvan zou vinden. De brief zou je nooit te lezen krijgen. Het ging erom dat ik m’n gevoel ongecensureerd van me af schreef, dat de pijn voelbaar was. Schelden, tieren, alles mocht.

De eerste poging mislukte. Ik schreef wel een brief, maar boos was die niet. Hoe kon ik je dingen verwijten terwijl ik ergens diep van binnen begreep wat er in je om ging? Ik wist zeker dat je het allemaal niet verkeerd bedoelde en ik wilde niet kwaad over je spreken.

Naar mijn mening handelt iemand met een bepaalde reden. Hoe ‘slecht’, gemeen of onaardig iemand ook is, ik vind altijd wel een verklaring waarom diegene zo doet. Misschien zit er diep van binnen iets dwars uit hun jeugd wat ze al jaren meeslepen of is er iets anders aan de hand. Ik geloof dat een mens uit zichzelf geen slechte of kwade bedoelingen heeft maar soms meegesleurd wordt door een emotie of onverwerkt gevoel. Of ze worden geleid door hun ‘rugzakje’.

Heel mooi dat je zo empatisch bent en kunt meeleven met anderen, maar dat betekent niet dat ze over jouw grenzen mogen gaan‘, zei mijn psycholoog. Maar dat ligt dan toch meer aan mij, dat ik dat toelaat, dan aan de ander? Dacht ik. Ik moest leren m’n grenzen aan te geven en leren hoe andermans problemen niet de mijne werden. Ik vind het nog steeds lastig.

Ik moest de brief opnieuw schrijven. Ik deed hard mijn best om in ieder geval maar aan de opdracht te voldoen. Ze vond het een betere versie maar ik mocht nog meer voor mezelf opkomen. Maar het voelde niet eerlijk tegenover jou en ik liet het er maar bij.

Eigenlijk is deze blog een lange brief aan jou. Maar geen boze want dat ben ik nooit geweest. Kon je het maar lezen. Slaap lekker lief zusje.

Lees ook: Alleen maar liefde

Het spijt me zo

Ik zapte langs het programma Het Spijt Me en kreeg gelijk tranen in mijn ogen. Ik moest even flink slikken om niet in huilen uit te barsten. In een nagebouwde ‘studio’ op een plein in een stad namen mensen plaats op een kruk om vervolgens een videoboodschap in te spreken voor iemand tegen wie ze ‘het spijt me’ wilden zeggen.

Wat had ik graag nog de kans gehad om dat tegen je te zeggen. Desnoods op een kruk ergens op een plein. Want lief zusje, het spijt me zo. Het spijt me zo dat ik je niet kon redden. Dat ik er niet meer voor je kon zijn dan dat ik was. Dat ik je niet meer heb kunnen knuffelen, vasthouden, in de ogen kon kijken. Dat ik je nooit heb verteld wat je voor me betekende. Dat ik je een rotgevoel gaf terwijl je me zo nodig had.

Het spijt me zo. Slaap lekker lief zusje.