Waarom nu wel…

Mijn wereld was donker geworden. Zwarte wolken hingen boven mijn hoofd. Het leven kende amper nog blije onbezorgde momenten. Alles koste me veel energie. Ik wilde het liefst niemand onder ogen komen en had al helemaal geen zin in sociale interacties. Een vriendelijke groet van de kassière bij supermarkt was al te veel, laat staan een afspraak met een vriendin. Ik ben goed in het dragen van een masker maar ook daar werd ik minder goed in. Ik had zoveel om voor te leven, maar ik zag het niet meer. Stilletjes huilde ik. Vaak was ik niet te genieten. Ik mag mezelf gelukkig prijzen met een geduldige lieve vriend want de wereld kon me gestolen worden. Het liefst lag ik de hele dag onder een deken met bergen chocola. Ik wilde alleen zijn, ontsnappen aan alles en iedereen om me heen.

Ik kon niet langer omgaan met jouw struggles in het leven. Ik zag je worstelen maar voelde me machteloos. Het enige wat ik wilde, is dat het goed met je zou gaan. Wat we ook probeerden, jij trok je eigen plan. Mijn continue angst, bezorgdheid en verdriet namen de overhand waardoor ik twee jaar geleden afstand van je moest nemen om mezelf te beschermen. Mijn leven ontspoorde doordat jij de jouwe niet op de rit had. Het is er in de loop der jaren ingeslopen. En hoewel ik je niet meer zag, zat je 24/7 in mijn hoofd.

Ik gunde je de wereld maar je had het moeilijk. Al van kleins af aan was je op zoek naar liefde en erkenning. En ik herken mezelf in je zoektocht, ik begreep het. Je deed zo je best en was bij iedereen geliefd. Toch vond je jezelf niet veel waard en zorgde je liever voor een ander dan voor jezelf. Je stak je kop in het zand als jij hulp nodig had. Of je verzweeg dat je hulp nodig had. We hebben alles geprobeerd maar helaas maakte het niets uit. Je was niet happy met jezelf, iets wat wij als familie en je vrienden ook, moeilijk konden geloven. Je was lief, mooi, grappig en je vrienden konden altijd op je rekenen. Uiteindelijk werd je ziek, iets wat je lange tijd ontkend hebt, niet wilde weten of gewoon echt niet doorhad. Ons vertelde je niets. Tot je eind vorig jaar voor de zoveelste keer in het ziekenhuis belandde. Daar heeft je lichaam het uiteindelijk opgegeven en ben je overleden.

Na vele tranen, ongeloof en intens verdriet durf ik te zeggen dat ik me beter voel. De zon is weer gaan schijnen en ik kijk voorzichtig naar de toekomst. Ik huil mezelf niet meer elke avond in slaap. Ik kan weer uitkijken naar een afspraak met een vriendin en op straat durf ik weer mensen aan te kijken. Op een vrije dag heb ik zelfs zin om iets te ondernemen en mijn korte lontje is er niet meer elke dag. Ik ben er nog niet en ik ben wel eens bang voor een terugval, dat dit een tijdelijke opleving bleek. Maar stapje voor stapje merk ik dat ik weer zin krijg in het leven. Dat gevoel heb ik lang niet gehad en voelt nog wat onwennig.

Het is me de laatste twee jaar spijtig genoeg niet gelukt ditzelfde gevoel te ervaren, al heb ik echt mijn best gedaan. Mijn angst en onzekerheid over jou kon ik geen plekje geven. Ik voel me zo schuldig dat, nu jij dood bent, ik me beter voel. Ik probeer er niet te veel bij stil te staan, het is gegaan zoals het is gegaan en helaas krijg ik je er niet mee terug. Jij mocht niet dood, we horen samen te zijn. We waren nog lang niet klaar. Je had nog zoveel om voor te leven, je wordt nu door zovelen ontzettend gemist. Had ik maar, wat als… Het maakt niet meer uit, je komt nooit meer terug. Waarom is het me niet gelukt sterk genoeg te zijn om samen met jou een weg te vinden in deze wereld? We hadden zoveel gemeen. Mijn liefde voor jou was eindeloos en dat zal het altijd blijven. Slaap lekker lief zusje.